Waarom regelmatig
digestaat analysen laten uitvoeren?
Het digestaat is het milieu
waarin de bacteriën en protozoa moeten werken om biogas
te produceren. Dit milieu is rijk aan informaties i.v.m.
het verloop van de vergistingprocessen.
Het is inderdaad zo dat een
eenvoudige batterij analysen op het digestaat meestal voldoet
om elke dysfunctionering te diagnostiseren en de oorzaken
en remedies te bepalen. Men kan ook gemekkelijk detecteren
wat niet klopt voordat de vergister gaat instorten en verbeteringen
in de voeding aanbregen om de zaken recht te trekken.
Sommige analysen kunnen gemakkelijk
worden geïmplementeerd bij en door de vergister zelf
met geringe en goedkope laboratoriumapparatuur + enkele
trainingsessies.
Andere analysen zijn complexer
uit te voeren en dienen in een gespecialiseerd laboratorium
zoals het onze worden uitgevoerd (vluchtige vrije vetzuren,
ammoniacale stikstof, totale sikstof, ruwe celstof, etherextract,
mineralen enz...). Wij blijven tot uw beschikking om een
analyse plan op te stellen teneinde uw vergister optimaal
aan te sturen. Wanneer de analysen in ons laboratorium worden
uitgevoerd woreden de rapporten steeds herzien door een
universitair nutritionist en aangevuld met de nodige raadgevingen
op gebied van eventuele aanpassingen in het voedingsrantsoen.
Waar dient u analysen
te laten uitvoeren?
onze adviezen en analysebeoordelingen
worden gewaardeerd door onze klanten. Wij voeren uiteraard
het liefst onze analysen zelf in ons eigen laboratorium.
Toch accepteren wij evenwel analysen van andere laboratoria
te beoordelen. Als u niet in staat bent om de analyserapporten
van uw huidig lab uit te pluizen helpen wij u graag conclusies
te trekken en nuttige raadgevingen te verschaffen.
Waar u danook analysen laat
uitvoeren moet u weten dat analytische opvolging van vergisters
kapitaal zijn voor een goed beheer van de vergisting. Zeker
wanneer de biogasproductie gebrekkig is, is het hoog tijd
dat u de juiste ontledingen laat uitvoeren en correct beoordeelt.
Er wordt nog te vaak geroddeld op basis van veronderstellingen.
Een juiste en effektieve diagnose kan enkel worden opgesteld
vanuit welbepaalde wetenschappelijke gegevens.
Nooit zullen wij onnodige
analysen laten uitvoeren. Wanneer een vergister dysfunctionneert
trachten wij steeds een eerste diagnose te stellen op basis
van de huidige voeding (meestal volstaat dit om te detecteren
wat verkeerd gaat). Hiervoor beschikken wij over een database
met analysen van meer dan 8000 grondstoffen.
|
Welke analysen, welke
frekwentie?
1. FOS/TAC
Gezien de eenvoud van het
protocol en de geringe kost van deze ontleding geven wij
u raad een FOS/TAC elke dag uit te voeren. Dit geldt vooral
waneer de voeding sterk verschilt van de ene dag tot de
andere. Anders zullen 2 à 3 analysen per week u helpen
snel te reageren.
2. pH
Gezien de eenvoud van de
bepaling en de huidige geringe kost van pH-meters, geven
wij raad deze analyse evenwel elke dag uit te voeren. Vergeet
niet dat een pH-meter regelmatig moet worden gecalibreerd.
Een kleine verandering van
het pH in een vergister kan zare gevolgen hebben op bij
voorbeeld het H2S gehalte in het biogas.
Een hoog pH kan het gevolg
zijn van een alcalose (ammoniac vergiftiging). Wanneer deze
te paar gaat met een staking van biogas productie en een
hoge concentratie vluchtige vetzuren is het hoog tijd de
ammoniacale stikstof te bepalen en de stikstof-voeding te
herzien.
Een laag pH zal steeds aanwijzing
geven dat de voeding te rijk is aan koolhydraten en te arm
is aan celstof en hemicellulosen.
Brutale variaties in het
pH wijzen steeds naar een te zwak buffervermogen van de
vergister. Het is dan hoog tijd het basisrantsoen te herberenen.
3. Droge stof
en organische stof
De analysen van de droge
stof en ruwe as zouden elke maand moeten worden uitgevoerd
op het digestaat.
- Wanneer de droge stof van
het digestaat stijgt is het eerst nodig na te kijken of
deze verhoging te wijten is aan een verhoging van de assen
of van onverteerde organische stof.
- Stijging van de ruwe as:
zal steeds komen van en voeding die te rijk is aan mineralen
(kieselguhr, bleekaarde, vinasse van ionenwisselaars, producten
van suikerraffinaderij met hoge calciumgehalten enz...).
Het is dan aangewezen alle gebruikte grondstoffen te ontleden
op de ruwe as teneide te detecteren welke de boosdoender
is.
- Stijging van de organsiche
stof: komt voor waneer men een vergister massaal voedt met
producten met hoge droge stof waarvan de organische stof
een lage verteerbaarheid vertoont. Een voeding met slechte
verteerbaarheid van de organische stof en lage drogestof
zal nooit een verhoging van de droge stof geven in het digestaat.
De onverteerde organische stof wordt dan gespoeld door het
hoge input aan water. Om deze reden hebben wij beslist steeds
de verteerbaarheid te includeren in onze potentieel en kinetiekrapporten.
|
Een hoog gehalte aan organische
stof in de digestaten moet aanleiding geven tot een herziening
van de basisrantsoen en/of een analyse van de mogelijke
voorbehandelingen die de verteerbaarheid van de organische
stof kunnen bevorderen. Winfo voert regelmatig differentiële
analysen van producten met of zonder voorbehandelingen (pletten,
malen, enzymatische behandelingen enz...). Zo is geeft het
malen goede resultaten op de verteerbaarheid van vochtige
tarwe (38% verschil) maar heeft bijna geen invloed op tarwekaf.
Op tarwekaf kunnen enzymatische voorbehandelingen de verteerbaarheid
verhogen met 24%.
4. Vluchtige
vetzuren
Wanneer de FOS/TAC boven
1 stijgt is het hoog tijd een analyse uit te voeren op individuële
vluchtige vetzuren:
- azijnzuur (acetic acid, C2)
- propionzuur (propionic acid, C3)
- boterzuur (butyric acid, C4)
- valeriaanzuur (valeric acid C5)
De stijgin van azijnzuur
op zich geeft een indicatie dat de methanogenen niet meer
goed volgen om dit zuur om te zetten in CH4 en CO2. Dit
kan gebeuren wanneer de methanogenen sneuvelen (bv pH daling),
wanneer deze gedesactiveert worden (bv NH3 concentratie
te hoog), of bij een wijziging van het rantsoen (de hydrolyserende
bacteriën vermenigvuldigen zich veel sneller dan de
methanogenen wanneer bv meer suikers en zetmelen voorkomen
in de voeding). De methanogenen vermenigvuldigen zich uiterst
traag en kunnen het azijnzuur niet tijdig verwerken.
Zolang de concentraties in
de volgorde C2>C3>C4>C5 blijven is er meestal geen
echt gevaar. Wanneer deze omkeren is het hoog tijd sterk
in te grijpen op de voeding van de vergister.
Frekwentie van de analysen
op indivuduële vluchtige vetzuren:
-
mag, maar hoeft niet 1 maal per maand
wanneer geen wijziging in het rantsoen optreedt.
-
Wanneer men het voedingsrantsoen
wijzigd (verandering van grondstoffen en of de ratio's
ervan) moet deze analyse ELKE DAG worden uitgevoerd.
De rapporten dienen dan ook niet gewoon in de schuif
te belande! Men moet een onmiddelijke beoordeling uitvoeren
van het rapport en maatregelen treffen indien nodig.
Maatregelen = steeds de rithme van de verandering in
het rantsoen vertragen.
-
Moet een paar dagen na mekaar worden
uitgevoerd wanneer de FOS/TAC boven 1 gaat. Evenwel
moeten de analyserapporten onmiddelijk worden beoordeeld
en actie moet worden genomen als het mis gaat met de
concentraties vetzuren. NOOIT WACHTEN dat het te laat
is.
5. Andere analysen
Wanneer wij een vergister
opvolgen nemen wij steeds (om de 15 dagen of om de 30 dagen):
- Ruw eiwit (totale stikstof)
- Ammoniacale stikstof
- Ruwe celstof
- Ruw vet
- Ca, Na, K, Mg, S
- Buffercapaciteit
en soms andere parameters
volgens het type voeding van de vergister (dit beoordelen
wij bij controle van het rantsoen).
|