<<
vorige pagina (1)
3. Afbraakkinetiek
Terwijl de meeste vergisters
rekening houden met het biogas potentieel van producten, wordt
het nut van de afbraakkinetiek wel eens onderschat. De kinetische
parameters van de afbraak van de grondstoffen zijn echter,
zowel economisch als biologisch, van het grootste belang.
De afbraakkinetiek geeft het
biogas debiet weer gedurende de vergisting van een grondstof.
Ter verduidelijking, indien op een bepaald moment de vergisters
te weinig gas geven vergeleken met de wkk behoefte, is het
nutteloos deze vergisters te overvoeden met traag afbreekbare
grondstoffen. Deze zullen bv gedurende 3-4 dagen onvoldoende
biogas produceren (de wkk's worden ondertussen onderbenut).
Nadien zal de overvloed aan biogas door de fakkel worden verspilt.
Kortweg, 4 dagen ondervermogen van de wkk's, en verspilling
nadien. De kinetiek van 3 verschillende grondstoffen worden
hieronder weergegeven en illustreren het concept van vroege,
late, korte en lange biogas piek:
|
Hoewel het waar is dat onze
glycerine een hoog biogas potentieel heeft (blauwe lijnen),
zullen de aardappelschillen, ondanks het lage biogaspotentieel
een veel fijnere biogas debietregelaar vertegenwoordigen.
Dit komt door dat de biogaspiek van stoomschillen een stuk
vroeger opkomt dan deze van glycerine, en omdat deze piek
evenwel veel korter is. Stoomschillen hebben hun totaal biogas
reeds afgegeven wanneer de glycerine nog niet ééns
op haar biogaspiek zit. Na 180 uren blijft de glycerine nog
steeds gas te produceren.
Aardappelschillen vertonen
een snelle respons van korte duur. Daarom kunnen stoomschillen
worden ingezet in wat wij de "reguleringsrantsoen"
noemen (zie
onze formulerings methode met "Basisrantsoen"
en "Reguleringsrantsoen").
Wat betekent dit? De productiekinetiek
(m3/uur/ton grondstof) is een belangrijk begrip is dat ons
in staat brengt de responstijd van de vergister te minimaliseren
wanneer deze te weinig biogas geeft aan de wkk's. Wanneer
men enkel de cumulatieve biogas curve heeft (zoals gegeven
door de handmatige biogas potentieel analysemethode), is het
onmogelijk nog het juiste tijdstip te bepalen van de productiepiek,
nog het juiste biogas debiet te bepalen tijdens de productiepiek.
De reden waarvoor laboratoria
die de manuele methode toepassen (één meetpunt
per dag) niet in staat zijn een correcte kinetiek weer te
geven wordt verduidelijkt in de onderstaande figuur waarbij
de biogasdebiet curve werd berekend vanuit de bestaande cumulatieve
biogasgift:
|
Wanneer slechts een meetpunt
wordt genomen per dag, is niet enkel het bepaalde tijdstip
van de piek onjuist (50 uur in plaats van 75 uur), maar is
het biogasdebiet evenwel misschat (3m3/uur in plaats van 9m3/uur).
Dit is uiterst belangrijk voor de berekening van een correcte
"Reguleringsrantsoen" omdat deze laatste om de 2
uur moet worden toegediend (en niet één maal
daags!).
De biogas debiet curve heeft
weinig belang voor de grondstoffen van het "BasisRantsoen"
wanneer deze het hele jaar beschikbaar zijn (dan voedt men
het ganse jaar door op dezelfde wijze). Jammer genoeg zijn
de meeste grondstoffen niet het ganse jaar beschikbaar, wat
ons verplicht het basisrantsoen aan te passen. Elke keer dat
men het basisrantsoen wijzigt zal het biogasdebiet schommelen
gedurende een tijdspanne gelijk aan de doorlooptijd (21-60
dagen). Hier spelen dan de kinetische curven van elke grondstof
een fundamentele rol.
De kinetische biogasdebiet
curven spelen een belangrijke rol in twee gevallen:
- Bij het selecteren van grondstoffen
die het "ReguleringsRantsoen" mogen worden opgenomen
(zie
dossier rantsoenberekening voor het voeden van anaërobe
vergisters)
- Wanneer de samenstelling
van het basisrantsoen moet worden aangepast (bijvoorbeeld
wanneer een nieuwe grondstof intreedt in de samenstelling
van het rantsoen, wanneer een grondstof schaars of te duur
wordt en geleidelijk moet worden verwijderd uit de voeding).
4. Energetische
kwaliteit van het Biogas (%CH4)
Onze analysen bevatten uiteraard
ook de kwaliteitsparameters van het biogas, met ander woorden
het methaangehalte van het geproduceerde biogas. Het is uiteindelijk
het methaan dat de economische waarde van een grondstof bepaalt.
volgende pagina (3)...>>
|