1. Inleiding
Naar aanleiding tot de kolossale
ammoniakvergiftigingen tijdens de zomer 2009 in België,
Luxemburg en Nederland haten de meeste vergisters eiwitrijke
producten. Toch moet men weten dat een vergister een behoefte
heeft aan eiwitten (en niet enkel minerale stikstof) om de
bacteriële fauna te regenereren. Indien deze behoefte
niet wordt gedekt door het voedingsrantsoen zal de vergisting
zonder meer stilaan niet meer plaats vinden.
Wat is de behoefte aan stikstof/eiwit
van een vergister? Vanaf welk nivo loopt men risico dat een
ammoniakvergiftiging optreedt? Onder welk nivo zal een tekort
optreden? Winfo heeft deze waarden experimenteel bepaald m.b.v.
haar laboratorium vergisters. Deze waarden zijn ook op ware
grotte gevalideert bij verschillende klanten.
2. Wat gebeurt er met de
eiwitten in een anaërobe vergister?
Het enzymatisch arsenaal
van de bacteriënconsortia in een anaërobe vergister
ZIJN EIWITTEN. De bacteriën worden voortdurend uitgespoeld
via de digestaatsifons zodat ze zich continu moeten vermenigvuldigen
en hun celstructuren moeten vervangen.
Het digestaat bevat 10-100
miliard bacteriën/ml. Ongeveer een 40% van deze bacteriën
vertonen een proteolytische
activiteit.
Eiwitten zijn grote biomoleculen
die opgebouwd zijn door een reeks aminozuren in een welbepaalde
volgorde. Vooraleer ze kunnen worden opegenomen in de cel
moeten de eiwitten eerst worden gehydrolyseerd (versneden)
in oligopeptiden en vrije aminozuren. Dan pas kunnen ze doorheen
de celwand om er verder te worden geassimileerd. Deze hydrolyse
(proteolyse) vindt plaats buiten de cel. De grote meerderheid
van de proteasen bevinden zich aan de buitenkant van de celmembraan
(90%), 10% worden werkelijk losgelaten in het digestaat.
Nu kunnen de oligo-peptiden
en de vrij aminozuren doorheen de celmembraan de cel binnen
waar ze 5 transformaties kunnen ondergaan:
-
Hydrolyse van de oligo-peptiden in
vrije aminozuren.
-
Hergebruik van de vrije aminozuren
voor de eiwitsynthese (kost energie aan de cel)
-
Catabolisme van de aminozuren in ammoniac
en koolhydraat skeletten (door desaminatie) (geeft energie
vrij voor de cel)
-
Hergebruik van de ammoniac om nieuwe
aminozuren aan te maken (kost energie aan de cel)
-
Diffusie van de ammoniac buiten de
cel
|
Een andere categorie organismen
die de vergister bevolkt zijn de protozoa. Digestaat bevat
maar 100.000-1.000.000 protozaocellen/ml maar gezien deze
organisme uiterst groot zijn vertegenwoordigen ze 10-50% van
de totale levende biomasse van een vergister. De protozoa
nemen een belangrijk deel van de stikstof-herbewerking voor
zich. De protozoa herbewerken de eiwitten echter op een andere
wijze dan bacteriën:
-
nemen de eiwiten op in de cel zonder
voorgaande hydrolyse. Hiervoor nemen ze bij voorkeur de
onoplosbare eiwitten op.
-
Zoals de bacteriën produceren
ze energie door desaminaties van de aminozuren (koolhydraat
skeletten + ammoniac)
-
Maar ze kunnen de ammoniak niet hergebruiken
om er aminozuren van op te bouwen!
-
Ze hebben een veel omvangrijker desaminerend
metabolisme dan de bacteriën
Een vergister met een lagere
bevolking protozoa is minder gevoelig aan te hoge eiwitconcentraties
in de voeding. Het is technisch haalbaar de protozoa te farmacologisch
te onderdrukken (Monensin) maar als nutritionisten geven wij
de voorkeur aan methoden die beroep maken aan voedingstechnieken.
Ook is het niet wenselijk de protozoa totaal uit te roeien
want deze leven in symbiose met sommige methanogene bacteriën
(substraatwisseling en machanische drager).
Nu begrijpen we beter hoe
verschillende situaties ontstaan wanneer de eiwitaanvoer (of
de minerale stikstofaanvoer) niet adequaat is:
- Te hoge eiwitaanvoer: aminozuur-catabolisme
overscheidt de eiwit heropbouw. De cellen produceren biogas
maar stoten ammoniak uit in de vergister. Op zijn beurt
zal de ammoniak de metanogenese inactiveren.
- Optimaal eiwitaanvoer: Alle hierboven
vermelde racties vinden plaats. De celstructuren en de
celvermenigvuldiging vinden plaats, het eiwit produceert
methaanrijk biogas maar zonder de ammoniakgehalten te
verhogen tot toxische nivo's.
- Onvoldoende eiwitaanvoer: de beschikbare
eiwitten worden volledig gebruikt voor de oprichting van
de celeiwitten. Het biogas wordt geleidelijk methaanarmer
met de tijd. Het aantal cellen/ml daalt tot het biogas
werkelijk van slechte qualiteit wordt.
|
Het grootste probleem voor de meeste adviseurs
is dat, in tegenstelling tot de dierenvoeding (runderen, varkens,
pluimvee...) er geen tabellen bestaan die de behoeften van
vergisters aangeven. De adviseurs staan dus meestal met hun
mond vol tanden wanneer er gevraagd wordt hoe een rantsoen
evenwichtig op te stellen.
Daarvoor heeft Winfo een paar jaar terug
de gigantisch taak opgenomen om voor elk nutriënt minimale
en maximale toelaatbare limieten te bepalen in haar laboratorium
vergisters. Dit geeft ons de mogelijkheid om niet alleen
veilige maar evenwel optimale voedingsrantsoenen op te stellen
waar anderen een beetje lukraak werken.
Ook het rechttrekken van vergisters die een
te hoge of te lage eiwitaanvoer hebben gekregen werd met de
laboratorium vergisters uitgezocht en met succes bij meerdere
vergisters toegepast (zie
case studies in de rubriek dossiers vergisting).
3. Oorzaak van een ammoniakvergiftiging/alcalose
Het hoofd afvalproduct van
het eiwit catabolisme is ammoniak.
Aminozuren zijn de basisblokken
van de eiwitten. Zoals hun naam het reeds aangeeft hebben
alle aminozuren een zuurgroep en een aminegroep (ammonium).
In tegenstelling tot de mens,
hebben de meest bacteriën geen behoefte aan aminozuren
(behalve de methanogenen die somige van de 20 aminozuren niet
kunnen opbouwen). Vele bacteriën kunnen zelf de nodige
aminozuren aanmaken vanuit minerale stikstof (ammoniac, nitraten...)
en somige kunnen dit doen vanuit diatomische stikstof (N2)
die 80% van onze atmospheer uitmaakt.
Bacteriën gebruiken
ook de aminozuren van de eiwitten die ze vinden in het milieu
van de vergisters. Deze aminozuren worden in hun eigen celeiwitten
ingebouwd.
Maar die eiwitten kunnen
ook voor andere doeleinden dienen: ze worden gecataboliseerd
(afgebroken) om energie te produceren die bruikbaar is door
de bacterie. Wanneer bacteriën voldoende stikstof hebben
gevonden om hun eigen structuureiwitten op te bouwen gaan
ze de overige eiwitten afbreken. Uiteraard geeft dit uiteindelijk
biogas maar het afval van di afbraak is ammoniak dat in het
milieu van de vergister blijft. Blijft en opstapelt to het
een toxisch niveau beeikt.
TE VEEL EIWIT IN DE VOEDING
= VERGIFTIGING VAN HET MILIEU DOOR AMMONIAK
Ammoniak wordt toxisch vanaf
1500ppm (uitgedrukt in Kjeldahl stikstof). Ammoniak is zeer
toxisch op een concentratie van 3000ppm.
Volgende
pagina (2)...>>
|