1. Inleiding
Het doel van een vergistingsinstallatie
bestaat erin electriciteit en warmte te produceren op de meest
rendabele manier. Ook moet deze rendabiliteit langdurig zijn.
- Dit impliceert dat de
vergister een exact methaandebiet (niet meer maar ook niet
minder) moet geven om de wkk's op volle kracht te laten
werken.
- Dit impliceert evenwel
(voor de lange termijn) dat de biologie van de vergister
stabiel en in goede gezondheid moet worden gehouden.
- Dit impliceert eindelijk
dat men uit de beschikbare grondstoffen sommige moet kiezen
die niet enkel de laagste kost/m3 biogas/ton maar die evenwel
geen schadelijke effecten hebben op de biologie. Anders
produceert men maar heel even goedkoop biogas...
De formulering van de voedingsrantsoenen
van een vergister moet rekening houden met deze drie aspecten.
Onze nutritionnistenvereniging
heeft een formuleringsmethode ontwikkeld die met al deze factoren
rekening houdt.
Ook heeft onze vereeniging
de behoeften en toxiciteitslimieten moeten bepalen voor elk
nutriënt. Zonder deze waarden is het onmogelijk doeltreffend
een optimaal rantsoen te formuleren.
2.
Een rantsoeberekening moet stappen zetten in de juiste volgorde
Wij merken op dat de meeste
bij de opstelling van een rantsoen niet in de juiste volgorde
handelt. Hierbij wordt eerst gekekenen naar de grondstoffen
waarover men beschikt. Men pikt hieruit de goedkoopste grondstoffen
(euro/m3 biogas/ton) en men zet een meer of mindere hoeveelheden
van deze in om het nodige biogasdebiet te verkrijgen.
Het resultaat van deze werkwijze
is dat men gaat schommelen tussen:
Dus een opeenvolging van
spatsten in de productiviteit van de vergister. Ook loopt
hierme de biologie van de vergister regelmatig vast (verzuring,
alcalose, explosieve H2S productie, schuimvorming, daling
van het methaangehalte enz...)
Waarom?
Wanneer men met een enkelvoudig rantsoen
werkt moet deze onotbeerlijk voldoende celstof en hemicellulosen
bevatten (traagverteerbare componenten) om verzuring van de
vergister te vermijden.
Dit betekent ook dat de responstijd van een
verhoging van dit rantsoen laattijdig is (na enkele dagen).
Ondertussen blijven de wkk's op een suboptimale vermogen draaien
(elk verloren uur is verloren en kan niet meer worden ingehaald).
Dan komt de productiepiek
van het toegediend product (na 3, 4, 5 dagen!!!). Nu wordt
ineens te veel biogas geproduceerd en de fakkel slaat aan.
Hier wordt organische stof verspild.
Op nutritionneel vlak is
het onmogelijk een rantsoen met een snelle korte productiepiek
op te stellen. Deze zou de vergister snel aanzuren. Dit komt
door het feit dat de hydrolyserende bacteriële fauna
zich zeer snel kan aanpassen aan een rantsoenwijziging omdat
ze zich snel kan vermenigvuldigen (die produceert dan veel
organische zuren met het voedsel die ze ineens krijgt). Maar
het probleem zit bij de methanogene fauna. Die beestjes vermenigvuldigen
zich uiterst traag en kunnen niet volgen. Deze laatste moeten
de organische zuren omzetten in CO2+CH4 (waarmee het pH niet
meer zou dalen door verdwijning van de zuren). Omdat ze niet
volgen gaan de organische zuren opstapelen en de verzuring
bevorderen. De methanogenen verdragen de zuurtegraat niet
en sterven af (de hydrolyserende bacteriën kunnen daar
wel tegen en blijven zuren produceren).
Dus: één
enkelvoudig rantsoen kan geen schommelingen opvangen in het
biogasdebiet.
Oplossing:
De enige oplossing woor dit
vraagstuk is het rantsoen virtueel te splitsen in twee delen:
- een basisrantsoen: deze
heeft als doel de biologische stabiliteit te handhaven in
de vergister en tegelijk 80% van het nodige biogasdebiet
te verzorgen. Dit rantsoen is dus een rantsoen met trage
werking. De trage werking is in dit geval geen handicap
omdat dit rantsoen steeds in dezelfde hoeveelheden wordt
toegediens.
- een reguleringsrantsoen
met snelle responstijd (met vroegtijdig en kort debietpiek).
Dit rantsoen bestaat exclusief uit snelverteerbare producten
(enkelvoudige suikers, disacchariden, polysacchariden in
alpha-1,4, alcoholen enz...). Dit rantsoen hoeft niet evenwichtig
te zijn op nutritioneel vlak omdat ze enkel de 20 laatste
procenten gas moet produceren.
Deze werkwijze heeft het
voordeel tegelijkertijd de biologie stabiel te houden en de
schommelingen in biogasproductie op te vangen met een grote
precisie. De wkk's draaien continu optimaal en de ontsteking
van de fakkel wordt geminimaliseerd.
In de volgende paragrafen
trachten wij dit eens in de praktijk om te zetten.
|
3. Hoe gaat men te werk in de praktijk?
Het is belangrijk volgende
taken uit te voeren in de juiste volgorde:
1. het nodige
methaandebiet (m3/uur) bepalen om de wkk's op vol vermogen
te laten werken.
2. grondstofgegevens
vergaren (beschikbaarheid, prijs, nutriënteninhoud, biogaspotentieel
en afbraakkinetiek).
3. het basisrantsoen
berekenen dat 80% van het nodige biogasdebiet te dekken. Dit
met behulp van het totaal biogaspotentieel (de kinetiek heeft
hier geen belang). Men houdt hier wel rekening met evenwichtige
nutrientbehoeften.
4. Het reguleringsrantsoen
berekenen die 20% van het biogasdebiet zal dekken. Hier is
de afbraakkinetiek van capitaal belang. De nutriëntinhouden
hebben hier weinig belang.
3.1 Bepaling van het nodige methaandebiet
Dit is een eenvoudige taak.
Het volstaat de technische wkk-gegevens over te nemen.
3.2 Bepaling van de beschikbaarheid van
de grondstoffen
Deze taak is omslachtig en
houdt in dat men een grote hoeveelheid informaties moet vergaren
die nodig zullen zijn voor de berekening van de twee rantsoenen.
Zonder deze gegevens zal de berekening irealistisch zijn zowel
op het gebied van de dekking van de nutriëntenbehoeften
als op het economisch gebied.
3.2.1 Ingrediënten beschikbaarheid
voor de mogelijke grondstoffen die in de rantsoenen kunnen
komen
Hier zal men de indruk krijgen
dat dit werk verloren tijd is omdat men veel gegevens moet
vergaren over grondstoffen die uiteindelijk toch niet in het
rantsoen zullen voorkomen. Hoe meer ingrediënten gedefinieert
zijn, hoe optimaler het uiteindelijke rantsoen (zowel economisch
als op het gebied van de biologische stabiliteit en gezondheid).
Voor elke potentiele grondstof
dienen volgede gegevens worden vergaard:
-
Dagelijks beschikbare
hoeveelheden, seizoensvariaties...
-
Prijs, franco
per ton
-
Opslag en inslag
mogelijkheden (steekvast, verpompbaar, bederfbaarheid...)
-
Mogelijkheid
en kost voor de eventuële voorbehandeling (breken,
pletten, malen, mengen enz...) of gebruiksklaar voor injectie
in de vergister.
-
Analytische gegevens
van de nutriëntinhoud (zie volgende paragraaf).
3.2.2 Analyses des nutriments (valeur
nutritionnelle des ingrédients)
Uitgebreid nutriënten
analyse voor elke grondstof. Deze analysen zijn kostelijk
(weendeanalyse is ver onvoldoende). Hiervoor gebruiken wij
zoveel mogelijk onze database (meer dan 8000 geanalyseerde
grondstoffen) teneinde kosten te besparen. Bij voorbeeld:
een vochtige tarwe zal niet moeten worden ontleed omdat deze
reeds in onze database aanwezig is. Ook een grrot aantal bijproducten
van de belgische agroindustrie zijn reeds aanwezig in de database.
Vaak zal het dan enkel nodig zijn een drogestofbepaling en
een totale asbepaling uit te voeren om het nutriëntinhoud
aan te passen.
Het cijfermateriaal dat nodig
is luidt als volgt:
- droge stof
- Totale as
- Ruwe celstof (soms ook NDF, ADF, ADL
- Ruw vet
- Ruw eiwit
- Suikers en zetmeel (niet altijd vereist)
- Totale zwavel (mineraal bv. onder de
vorm van sulfaten en organisch onder de vorm van zwavelhoudende
aminozuren Met+Cys). Deze bepaling is uiterst belangrijk
niet enkel om de gezondheid van de zuigers en kleppen
van de wkk's, maar evenwel om het biogaspotentieel efficient
om te zetten naar methaan ipv CO2.
- Macroelementen: Calcium, magnesium,
fosfor, natrium, kalium, chloor (niet enkel vereist voor
de berekening van de dekking van de behoeften maar evenwel
om toxiciteitsbeperkingen in te werken in het rantsoen)
- Spoorelementen: ijzer, koper, zinc,
mangaan, cobalt, seleen, jood, molybdeen, nikkel, fluor,
chroom. Zoals voor de macroelementen zijn deze gegevens
vereist om toxiciteitsproblemen te voorkomen en om de
behoeften te dekken.
- Aanwezigheid van dierlijke eiwitten
die een pasteurisatie vereisen. Dit heeft enkel te maken
met wetgeving, niet voor nutritionele doelen.
- Ongewenste stoffen en producten (cfr
vlarea of gewestelijke wetgeving).
|
3.2.3 Biogas potentieel
EN afbraakkinetiek
Let op dat hier niet enkel het biogaspotentieel
van belang is maar evenwel de naukeurige afbraakkinetiek.
Nauwkeurige afbraakkinetiek houdt in:
- Exacte positie van de biogas productiepiek
(op één ur na en niet op één
dag na zoals bepaald door de meeste biogas laboratoria)
- Biogasdebiet (Nm3/uur/ton) op de exacte
tijdstip van de piek (gemiddelde debiet van de dag van de
piek is niet voldoende)
- Afbouwparameters van het biogasdebiet
na de piek.
- Algemene welbekende kinetische parameters
(T25, T50, T75, T90)
Wat verstaat men onder "nauwkeurige
kinetische gegevens"? Waarom zijn de gegevens van de
meeste andere biogaslaboratoria niet bruikbaar?
De analyseapparatuur die
ontworpen is bij Winfo werken volgens de VDI4630 satandaard.
De (meeste) laboratoria die dit standaard volgen vangen de
gassen op in gaszakken (of watersifonbuizen) en bepalen elke
dag handmatig de hoeveelheid geproduceerd gas (meestal 1x
per dag omdat dit werk arbeidsintensief is). Onze apparatuur
is geautomatiseerd en volgt het biogasdebiet continu. Voor
de ingrediënten van het reguleringsrantsoen (vroegtijdige
en kortstondig biogasproductiepiek) is het belangrijk de productiepiek
met het preciese debiet op minder dan één uur
na (en niet op één dag na) te bepalen. Indien
men een conventionele analyse moest gebruiken zou men wel
weten tijdens welke dag deze voorkomt maar niet wanneer binnen
die dag. Nog belangrijker is het pereciese debiet/ton product
op dat ogenblik, anders gaat de fakkel ontsteken Zie
voorbeeld op en niet geraffineerde glycerine.
3.2 Berekening van het basisrantsoen
Het basisrantsoen moet devolgende
functies invullen:
- biogas produceren om
80% van de maxaimale behoefte aan gas te dekken van de wkk's
- alle nutriënten
aanvoeren om de biologie van de vergister gezond te houden
- geen enkel toxisch nivo
bereiken voor elk nutriënt (mineralen en organische)
Dit rantsoen is eigenlijk
berekend op dezelfde wijze dan een enkelvoudig totaalrantsoen.
In het rantsoen kunnen zowel ingrediënten met snelle
of trage afbraakkinetiek (voor zover dat de eerste geen aanzurend
effect bereiken in het basisrantsoen).
In het ideaal geval zal dit
rantsoen niet variëren in de tijd. Hetzelfde geldt voor
de dagelijkse toegediende hoeveelheden. Met andere woorden,
wanneer men meer of minder biogas nodig heeft zal men steeds
de hoeveelheden van het reguleringsrantsoen aanpassen maar
NOOIT DEZE VAN HET BASISRANTSOEN!!!
Het spreekt vanzelf dat deze
situatie het ideaal geval voorstelt. Buiten de op de boerderij
geproduceerde teelten (kuilmaïs...) of peperdure granen
en nobele producten, zullen de industriële bijproducten
en afgekeurde producten vaak seizoensgebonden schommelingen
kennen. In dat geval wordt het besisrantsoen geleidelijk aangepast
(nooit brusk) en het reguleringsrantsoen moet dan de biogasdebieten
opvangen.
Onze nutritionele service
is een goedkope wijze om u bij te staan in uw rantsoenberekeningen
om uw vergisters steeds in topvorm te houden.
3.3 Berekening van het reguleringsrantsoen
Eenmaal dat het basisrantsoen
is berekend zal men voor het reguleringsrantsoen enkel het
volgende moeten bepalen:
- welke ingrediënten
mogen in het rantsoen worden gebruikt (alleen producten
met vroegtijdige en korte productiepiek mogen hierin komen).
- welk het biogasdebiet
is per ton reguleringsrantsoen zodat men op elk moment de
toegediende hoeveelheid kan berekenen in functie van het
momentdebiet.
- bepalen welke hoeveelheid
maximaal mag worden toegediend zonder het globale rantsoen
onevenwichtig te maken.
Zodoende zal u uw vergistingsinstallatie
steeds optimaal benutten. Na de ranstoenberekeningen wordt
alles eenvoudig:
U voedt steeds dezelfde hoeveelheid
basisrantsoen + een bepaalde hoeveelheid reguleringsratsoen
nodig om 95-100% wkk vermogen te verkrijgen. Indien de maximale
hoeveelheid toe te dienen reguleringsrantsoen wordt overschreden,
dan klopt er iets niet in de vergister en zal men zo snel
mogelijk een diagnose moeten inschakelen op de digestaten.
Het handigste is enkel verpompbare
ingrediënten te gebruiken in het reguleringsrantsoen.
Dan is de regulering ook makkelijk automatiseerbaar (pomp
aan, pomp uit volgens het huidige biogasdebiet, of zelfs volgens
de druk in de vergister).
|